Het belang van persoonlijke benadering en verbondenheid.

Zangles

Fertiliteitsarts Bob krijgt les bij voormalig patiënt Karin.

De afgelopen twintig jaar heeft Bob van de Laar in haar loopbaan als fertiliteitsarts een groot aantal stellen met een kinderwens bijgestaan. Meer dan eens heeft ze ervaren dat de intensiteit van een fertiliteitstraject een bijzondere verbondenheid tussen arts en patiënt teweeg kan brengen. Hoewel ze de meeste patiënten na afloop van hun fertiliteitstraject niet meer ziet, blijft met sommigen het contact voortbestaan. Zo belandde Bob op zangles bij haar voormalige patiënt; zangdocent Karin.

Het is 2006 als Bob en Karin elkaar voor het eerst ontmoeten in de spreekkamer. Karin wil graag zwanger worden, maar uit het vruchtbaarheidsonderzoek blijkt de spontane kans daarop klein. Ze komen bij Bob terecht voor een icsi-behandeltraject. Karin: “Ik zag enorm op tegen het traject en vertelde dit ook aan Bob. Zij bleef heel rustig en gaf eerlijk antwoord op al mijn vragen.” Bob vult aan: “Ik weet inderdaad nog dat je je veel zorgen maakte over de behandeling en dat we daar uitgebreid over hebben gesproken. Ik heb toen ook herhaaldelijk tegen je gezegd dat je alleen voor de behandeling moest kiezen als je dat echt wilde.”

Na wikken en wegen kiezen Karin en haar man toch voor de icsi-behandeling. Na de eerste behandeling blijkt Karin in verwachting, maar de zwangerschap resulteert na een aantal weken in een miskraam. Een zware teleurstelling. Karin: “Na de miskraam had ik tijd nodig om te herstellen en moed te verzamelen voor een tweede poging. Ik wilde heel graag kinderen, maar zag ook op tegen een nieuwe reeks behandelingen. Bob was echter vol vertrouwen dat onze kinderwens in vervulling zou gaan. Heel bijzonder. Ik denk dat ik het zonder haar niet nog een keer had aangedurfd!” Bob krijgt gelijk, want de derde behandeling resulteert in een succesvolle zwangerschap. In februari 2008 wordt zoon Melchior geboren.

Van kind naar zangles.
Als Karin en haar man graag een tweede kind willen, begeleidt Bob hen opnieuw. Wederom doorlopen patiënt en behandelaar een succesvol traject. In de zomer van 2012 worden Karin en haar man opnieuw ouders van een zoon; Alban. Ook op werkgebied beleeft Karin een hoogtepunt: als zangdocent voert ze samen met een groep leerlingen de door haar bedachte musical Heartbreak Hospital op in een theater in Amsterdam. Omdat ze weet dat Bob van muziek houdt, nodigt ze haar uit om te komen kijken. Bob neemt de uitnodiging enthousiast aan. Bob: “Het was een heel leuke voorstelling op een mooie locatie. Toen ik Karin na afloop van het optreden sprak, vertelde ik haar dat ik eigenlijk al heel lang wilde leren zingen. Karin reageerde enthousiast en gaf direct aan dat ze me graag les zou willen geven op haar boot. Op dat moment was ze nog bij mij onder behandeling en kon dat niet, maar enkele jaren later werd het wel bespreekbaar. Karin en haar man gingen niet voor een derde kindje waardoor onze arts-patiënt-relatie definitief tot het verleden behoorde. Het was mooi dat de zangles ons de gelegenheid bood elkaar te blijven zien, en onze connectie in een andere vorm te gieten.”

Zo komt het dat Bob wekelijks naar de boot van Karin afreist om te leren zingen. Het zijn echter niet alleen toonladders die de toon zetten. Bob gaat op dat moment namelijk door een lastige periode en dat merkt Karin direct. Karin: “Spanning beïnvloedt je stem. Ik probeer mensen in mijn lessen dan ook altijd zo veel mogelijk te laten ontspannen. Niet zelden komen daardoor persoonlijke onderwerpen aan bod. Zo ook bij Bob. Ik denk dat we nu nog wat sneller persoonlijker werden omdat ik mijn gevoelens al met haar had besproken in het fertiliteitstraject.” Bob: “Karin heeft gelijk. Je kunt je gevoelens niet wegstoppen tijdens een zangles, dus naast de vele kopjes thee en gezelligheid, kwamen er ook waardevolle diepe gesprekken tot stand.”

Emotie verbindt.
Nu, vier jaar later, zijn de zanglessen voorbij. Hoewel Karin en Bob elkaar niet vaak meer zien, beschouwen ze elkaar nog wel als vrienden. Terugkijkend stelt Karin dat ze hoopt dat er meer specialisten zijn die fertiliteitsbegeleiding bieden op de manier zoals Bob dat doet. “Ik heb enorm veel aan Bob gehad en durf te stellen dat ik zonder haar begeleiding geen ouder zou zijn geworden. Ik heb ervaren dat juist in de fertiliteitszorg persoonlijke benadering heel belangrijk is. Er komt nu eenmaal veel emotie bij kijken.” Bob is het daarmee eens. Het is juist die verbondenheid met haar patiënten die maakt dat ze haar werk zo leuk vindt. “Na afloop van een succesvolle behandeling ontvang ik vaak een geboortekaartje of komt een stel langs om hun kindje te laten zien. Ik zie complete gezinnen ontstaan en mag daar vanaf de zijlijn een bijdrage aan leveren. Dat is toch prachtig?”

Vind je het leuk wat je ziet? Deel met een vriend.